Als je zonder auto in een bergdorpje zit, moet je elke kans aangrijpen voor een uitje. Zo kregen we het aanbod om mee te rijden met een collega van Vincent naar Mokhotlong. Dit is zo’n 3 uur rijden vanaf Thaba Tseka, nóg dieper de bergen in. Dinsdagochtend om 6 uur ’s ochtends gingen we met hem en de chauffeur van de school op pad. Na Thaba Tseka houdt de asfaltweg op, dus het ging hobbel-de-bobbel de bergen in, vaak stapvoets vanwege de gaten en rotsen op de weg. Rond 9 uur kwamen we aan in Mokhotlong, waar we een rondleiding kregen in het plaatselijke ziekenhuis. Een onverwachts groot en zeer goed onderhouden instituut.
Vanaf Mokhotlong is het nog een uurtje rijden naar de Sani Pass, een bekende bergpas op de grens tussen Lesotho en Zuid Afrika. Gelukkig konden we de chauffeur enthousiast maken voor een extra ritje (mede vanwege de financiële vergoeding die we hem toezegden…) en nadat we Vincents collega bij het ziekenhuis hadden afgezet reden we nog verder de bergen in. Verrassend genoeg was deze weg keurig geasfalteerd, een prachtige route tot de top van de pas! Hier vind je naast een prachtig uitzicht, tevens de hoogste kroeg van Afrika, op zo’n 3000 meter hoogte. Daar moest natuurlijk even een biertje gedronken worden!
Vanaf de top houdt het asfalt op en gaat er een erg steile, kronkelige en smalle weg naar beneden naar de Zuid-Afrikaanse grens. Vanwege tijdgebrek konden we niet de hele afdaling rijden, maar we hebben erg genoten van dit uitje! Het stond nog op onze “bucketlist” en gelukkig hadden we de kans om dit letterlijke hoogtepunt te bezoeken.
Vanaf de top houdt het asfalt op en gaat er een erg steile, kronkelige en smalle weg naar beneden naar de Zuid-Afrikaanse grens. Vanwege tijdgebrek konden we niet de hele afdaling rijden, maar we hebben erg genoten van dit uitje! Het stond nog op onze “bucketlist” en gelukkig hadden we de kans om dit letterlijke hoogtepunt te bezoeken.